“Elke eerste stap begint met een voet vooruit.”
Bedrukt
We weten niet meer hoe we zonder blikken of blozen ons bestaan aanvoelen zonder het gevoel een ander op de pijnbank te leggen. Elk woord wordt gewogen, wikken is allang geen optie meer. Inderdaad, er gekleurd opstaan is niet meer van deze tijd. Alles wordt zo zwart/wit bezien, bezongen en beschreven, alsof het altijd zo gedrukt heeft moeten staan.
Lucht
Ik inhaleer het leven, maar verslik me tegenwoordig te vaak. Het werkt zo verstikkend en gedachten liggen braak. Wat en hoe, waarom en hoe nu verder, ik pak het momentum puur omdat later nog niet in de buurt komt van wat er nu speelt. Een brein dat zichzelf in de maling neemt, puur uit overlevingsdrang. Achterhouden is uiteindelijk ook niets anders dan liegen, het is maar in welke context je het zien wil.
Braaf
In vol ornaat draag ik uit, daag ik uit en vlucht ik niet meer. Ik werp uit en ik raak, ik vang en ik houd. Ik beraam, ik bedenk en ik voer uit. Ken ik nog de genade die ik zo koesterde? De braafheid die mij nekte en welhaast tot mijn ondergang leidde. No more Mr Nice Guy, het is een song die onhoudbaar luid door mijn hoofd schalt en mijn tred naar het gelijk versnellen doet.
Luctor et Emergo
Het is niet meer het verdromen van de werkelijkheid, eerder het waarmaken van de schijn. Een kwinkslag in de realiteit van het toen en de fictie van het heden. We geloven er niet meer in. In het “al sal reg kom“, hoewel we uiteraard worstelen en wederom boven blijven komen. Waar ik vroeger watertrappelde en aan de kant weer onder water werd getrokken, zwem ik nu schoolslaags baan na baan en overkijk ik later op de oever het door mij overwonnen woeste water.
Toen
En zo kabbelen we voort, het leven door en het leven ooit weer uit. Wanneer onze namen niets anders resten dan een brij van schimmen in de geschiedenis te vervullen. Maar wie zegt dat wij in woorden voorkomen in de leerprocessen van onze nazaten? Uiteindelijk zijn we niets dan voorbijgangers in een voorbijgaande tijd.