Het is zaterdag de 25e en het avontuur in Australië zit erop. het doel waarvoor we gekomen zijn is gehaald. Marloes kan de ontmoeting met haar idool George Calombaris van haar bucketlist halen. Vandaag gaan we op weg naar het toetje na het toetje van de reis. Singapore. Even drie dagen in het puntje van Azië. De poort naar het Aziatische. Een nieuw avontuur. Een nieuw land in een nieuw werelddeel. Hoeveel primeurs willen we nog?
Vaarwel Down Under!
We staan vroeg op en checken uit. De afstand naar het station waar de Skybus gestationeerd is, denken we wel even te lopen. De afstand is het ook niet, we zijn alleen even vergeten dat Melbourne één en al heuvel op, heuvel af is. En geloof mij, met een backpack van dik twintig kilo op de rug, een rolstoel duwend, het is niet bepaald een pretje. En dan heb ik het nog niet eens over de hoge temperatuur. Na tien minuten het zweet uit de naad lopend, besluiten we de (gratis!) tram te pakken. Deze is geheel aangepast en binnen enkele minuten zijn we op het station. We ontbijten nog wat en gaan dan met de Skybus naar de luchthaven. Dit is het dan. Australië. Tot ooit?
De vlucht is wat vertraagd, maar verloopt verder vrij goed zonder noemenswaardige problemen en om kwart over zeven plaatselijke tijd landen we op Changi-Airport in Singapore. Ook hier is het in één keer donker. Als we door de douane heen zijn, op zoek naar vervoer richting ons hotel in Little India, is er meteen commotie om hoe we dat moeten doen. We worden door een dame naar de taxi-standplaats gebracht, maar er staan enkel personenwagens waar wij niet in kunnen met de rolstoel. Bij een informatiebalie staat een jongedame en een wat oudere heer die ons heel erg goed helpen. Er wordt een aangepaste taxi gebeld en zo komen we toch in het hotel aan. We zijn blij verrast als we merken hoe behulpzaam, vriendelijk en haast nederig iedereen is. Voor ons voelt het wel wat raar, maar zo is de cultuur nu eenmaal hier. In de avond lopen we even nabij het hotel door Little India, we zien heel weinig want het is enorm donker. We kopen wat snacks en veel te drinken en terug in het hotel valt naast de nacht, ook het doek voor ons. Kapot.
Singapore, wauw!
We zijn deze zondag vroeg wakker, onze biologische klok staat nog op Australië, dus drie uur later. Het ontbijt in het hotel is magistraal. Wat een luxe. Alles is verkrijgbaar, van Europees tot Aziatisch, we nemen het er goed van. Met de metro gaan we even later naar Marina Bay, daar waar zich het bruisende hart van Singapore bevindt. De meeste beroemde gebouwen zijn hier dan ook te vinden, zoals het hotel Marina Bay Sands dat bestaat uit drie wolkenkrabbers met daarboven een gigantisch skydeck in de vorm van een boot. Ook staan we oog in oog met het hoogste reuzenrad ter wereld, een winkelcentrum niet voor de modale man en het Formule 1 circuit.
Hoewel ik van het begin af aan aangegeven heb niet het rad in te willen, krijgt Marloes mij toch zo ver met haar mee te gaan. En zo zitten we na een kwartier draaien in een privé-cabine (!) helemaal voor onszelf op dik 170 meter te genieten van heel Singapore. Het circuit, een voetbalveld op het water (echt bizar) en de hele skyline en havens, we genieten met volle teugen. Ik ben toch heel dankbaar dat ik gedwongen ben, want dit wil niemand missen. Als we beneden zijn, eten we een heerlijk ijsje en steken we de straat over naar de pitsstraat van het circuit. Hoe gaaf is het om Marloes te duwen door de bocht waar “onze” Max vorig seizoen uit de bocht vloog? Ik manoeuvreer haar netjes binnen de lijntjes. Ik wel. In het winkelcentrum eten we koude kip. Dat vinden we niet raar, maar wel heel bijzonder.
Rituelen
Met de metro gaan we weer terug naar het hotel. De mensen zijn echt heel behulpzaam. En als je als rolstoeler de lift in wilt of de metro, heeft men in Singapore de plicht jou voor te laten gaan. Zelfs zo dat we meermaals stelletjes met een kinderwagen die al omhoog willen, de lift stilzetten en er voor jou uitgaan. Dat is wel even een dingetje. We besluiten om een volgende keer even op afstand te wachten totdat de mensen zelf op hun verdieping aankomen. Tegen de avond begint het ritueel in de tempel weer. Vanmorgen om zes en acht uur kwamen de mensen met toeters en bellen en drums en gezang op gang om de dag en het leven te vieren. De tempel ligt naast onze slaapkamer en ik kan hem vanuit het raam aanraken. Hele mooie beelden en kleuren. We zijn er stil van. We gaan lekker slapen, morgen weer een dag. Er is genoeg te doen hier.
Lees ook: Wat een herinnering!