Het is alweer dinsdag de veertiende en we zitten op de helft van onze droomreis. We worden wakker na een roerige nacht en maken ons klaar om weer op pad te gaan. Ik laad de auto in en Marloes heeft nog even contact met het thuisfront. Het is lekker weer. We rijden eerst naar het winkelcentrum waar we gisteren ook hebben gegeten. Een lekker ontbijtje gaat er wel in. En een flinke kop koffie om een beetje wakker te worden. Er komt weer een aardig ritje aan, dus dat is wel nodig.
Op pad
Vandaag staat de tocht naar Towradgi, een voorstadje van Wollongong, op de planning. We zullen langs de kust, door Sydney en dan weer langs de kust richting het plaatsje gaan. En dat zullen we weten ook! Het eerste stuk gaat nog wel en we stoppen nog even voor we de contouren van Sydney zien verschijnen. Deze beroemde wereldstad met haar Operahouse, Harbour Bridge en Taronga Zoo slaan we deze keer over. We waren er immers al in 2009 en 2013. Maar we worden toch getrakteerd op min of meer een bezoekje, want voor ik het weet, rijd ik de suburbs van Sydney binnen met het daarbij behorende verkeer. Peuken. Ik schijt ze. Echt. Miami vorig jaar was druk, maar dit is ook bepaald geen sinecure.
Als we de drukte al een eind achter ons hebben gelaten, voel ik me alweer een stuk prettiger. Marloes ligt inmiddels een tukkie te doen en vlak voor de eindbestemming stop ik bij een restaurant aan de kust. Het ligt op een hele hoge klif. De auto parkeer ik voor een ijs-tent en ik beloof mijn Lief een lekker ijsje te kopen nadat ik naar het toilet ben geweest. Een zeef ben ik nog steeds. Ze wil er zelf niet uit, te moe, gewoon geen zin, men kent het fenomeen. Als ik het gebouw binnen stap, zie ik aan de andere kant een duizelingwekkend panorama. De prachtig blauwe oceaan, Wollongong en een hoop natuur. Het is een soort van dek waar je overheen kan lopen. Snel loop ik naar de auto, trek Marloes er gewoon uit en voordat ze vragen kan stellen, rollen we met een heerlijk ijsje in de hand over het dek. Wat een zicht!
Diepe dalen!
We stappen weer in de auto, een ervaring rijker. Nog een klein half uurtje en dan zullen we Towradgi bereiken. We rijden de parkeerplaats af, nemen een stuk rechte weg en dan na de eerste bocht is het feest. We gaan namelijk een stukje dalen. Maar dan wel zo bochtig en steil dat ik erin blijf. Ik lieg niet als ik praat over hellingen van vijftien of meer graden. Dit is remmen, zweten, poepen en gillen ineen. The whole Australian Package en Skippy springt mijn reet uit, eerlijk waar. Marloes kijkt het allemaal eens rustig aan. Uiteindelijk komen we bij het hotel aan. Als ik uitstap, wring ik mijn shirt uit. Man, man, man!
We hebben dus geen gewone kamer, nee, we hebben een woonkamer, een keuken, een aparte slaapkamer en twee badkamers. Wat een luxe. En dat voor maar één nacht! We vinden dat we dit toch wel een beetje verdiend hebben. Bi de receptie hebben we een leuke babbel met de mensen van het hotel. Om niet teveel in herhalingen te vervallen, maar ik doe het toch, het verhaal van Marloes heeft de boventoon. We lopen een behoorlijk eind naar het strand om daar van het uitzicht te genieten. Daarna gaan we weer terug richting Fairy Meadows, daar waar leven is, volgens de receptie. We komen voor een brug over het spoor te staan en ik zie dat deze ook enorm steil is. Ik duw de rolstoel omhoog en kom hijgend en puffend op het middenstuk aan. Net op dat moment komt er een trein aan en de machinist en wij hebben oogcontact. Hij toetert. Met een glimlach gaan we de brug af. Ook geen pretje, trouwens. In het kleine centrum eten we Libanees. Echt genieten. Daarna via die vermaledijde brug weer naar het hotel en naar bed.
Hoofdstad
Na een hele warme nacht worden we toch enigszins fris en fruitig wakker. We ontbijten in het hotel en komen een begeleidster van een blinde vrouw tegen. We delen ons verhaal, want het komt op veel dingen overeen. Als we uitchecken, vragen we de receptioniste nog even om ons te filmen wanneer ik Marloes in de auto zet. Want het is niet alleen maar dikke pret, er moet ook elke dag keihard gewerkt worden om alles voor elkaar te krijgen. Ze doet het meteen en wenst ons een behouden trip naar Canberra en zwaait ons uit. Op weg naar de hoofdstad.
Het wordt steeds stiller op de weg en op een gegeven moment gaan er minuten voorbij voordat we weer een tegenligger tegenkomen. Uiteraard hier en daar een sanitaire stop en wat te eten en drinken. Vandaag is ook een heuse dag van meerdere primeurs. Voor het eerst in onze Australië-avonturen gaan we naar de hoofdstad en zijn we in een nieuwe staat, Capital Territory. De staat zelf is enorm rustig. Niets doet ons vermoeden dat we zo dadelijk in een miljoenenstad terecht gaan komen. Totdat we om een grote berg heen rijden. Canberra doemt op, nog even en we kunnen onze spullen weer uitladen en op een bed springen!
Verkennen
We komen een enorm ruim opgezette schone stad in en kijken onze ogen uit. In het hotel krijgen we in eerste instantie een te kleine, niet aangepaste kamer maar bij de receptie ruilen we deze meteen in voor een ruimere. De auto staat in de parkeergarage. In de lobby is het al kerst, aan de enorme boom te zien. Best gezellig, zo met een temperatuur van dik dertig graden. Vrij uniek voor deze tijd van het jaar in Canberra, want normaal is het er rond de vijftien. Op een minuut of tien lopen is er een Down Town met heel veel leuke vreet-tentjes en winkeltjes. We eten een healthy burger en daarna een ijsje en milkshake als dessert. We lopen nog even richting het parlementsgebouw. We zijn praktisch buren. De premier is er niet.
In het hotel spreken we nog even met het thuisfront. Morgen gaan we Canberra eens verkennen.
Lees ook: Geen koala’s