Het is donderdag de negende november. We zullen het resort vandaag moeten verlaten, de trip naar het stadje Grafton staat op het programma. Een dikke twee uur hiervandaan. Maar we hebben besloten om uiteraard een tussenstop te maken bij het beroemde Byron Bay, even legendarisch als het eerder door ons bezochte Surfer’s Paradise.
Op pad
Het weer is wederom niet helemaal wat we wensen. Somber, wat fris en eigenlijk zo niet het strandweer dat het zou moeten zijn. Maar we geven er weinig om. Het is nog steeds een geweldige trip tot nu toe en we genieten van elke stap die we zetten. Na een uurtje naderen we het op het oog vrij drukke Byron Bay. Het ziet er wat rommelig uit, zeker niet zo strak als het modernere Surfer’s Paradise. We zoeken een parkeerplek en kunnen eigenlijk niet echt een invalidenplaats vinden. Ik knal de auto maar op een plek vlakbij het strand en een winkelcentrum. Ik stap uit en help Marloes in haar stoel.
We gaan op zoek naar de betaalautomaat, want een boete zien we niet zitten, uiteraard. Er staat er eentje in het midden van de ruimte. We hebben geen idee hoe het werkt. Iets met je kenteken en dan staat er ook nog een rolstoeltje op een knopje. Bij navraag binnen word ik ook niets wijzer. Ik pleur er maar wat dollars in, vul mijn kenteken in en begrijp dat ik gewoon keurig betaald heb. Het maakt mij en Marloes even niet uit of het voor ons nu wel of niet gratis zal zijn. Wij gaan shoppen.
Stadje verkennen en suiker
Als brunch, we hadden nog niets binnen, bestellen we sushi en die is me toch een partij lekker. Flinke rollen rijst met rauwe vis en we proppen het heerlijk naar binnen. We bezoeken de winkeltjes en kijken onze ogen uit naar het kleurrijke volk dat in Byron Bay rondloopt. Echt veel hippie vinden we het niet. Het is maar hoe je het bekijkt. Op het strand is het vrij fris, maar we kunnen in ieder geval zeggen dat we op het beroemde strand hebben gewandeld. Acht jaar geleden zijn we hier ook al eens langsgereden, maar hebben we het niet bezocht. Dus kunnen we dit ook weer van de lijst afvinken.
Langzaamaan gaan we richting de auto, we moeten immers nog een flink stuk rijden richting Grafton. Onderweg breekt de pleuris uit. Het regent en het bliksemt. En nu kan dit in Nederland een dingetje zijn, in Australië is het toch even een poepie anders. Ruitenwissers die zo hard gaan dat ik bang ben dat ze gaan vliegen. En lichtflitsen die akelig dichtbij komen. Tussendoor stoppen we een paar keer. De laatste keer is nodig omdat ik Marloes naast me helemaal zie wegvallen. Een rare kleur en ze vraagt zelf ook om even te stoppen. Door haar diabetes lijkt ze zich ineens niet lekker te voelen. Bij de eerste de beste mogelijkheid neem ik de afslag en gaan we prikken. En inderdaad, met een suikerwaarde van meer dan 26, is het niet onlogisch dat ze zich beroerd voelt. Sushi, de temperatuur en alles bij elkaar, dit moet maar niet vaak gebeuren. Met extra insuline is ze gauw weer op de been. Aan de rol, bedoel ik.
Dubbel geboekt en een burgertje
De laatste kilometers rijden we niet het tempo dat op deze wegen is toegestaan, er zijn heel veel wegwerkzaamheden. Als we uiteindelijk dan toch in het motel aankomen, is er grote hilariteit. Onze kamer is dubbel geboekt. Maar als de dame achter de balie doorheeft dat wij het toch echt zijn, die van de kamer gebruik gaan maken, is het goed. Later blijkt dat de reservering van ons reisbureau is blijven staan en niet is afgeboekt. Ook dat kan gebeuren, natuurlijk. We hebben een prachtige kamer, helemaal nieuw en met een extra bed. Dat gebruiken we voor de tassen. In de avond lopen we een flink stuk heuvel op en heuvel af naar een restaurantje. Daar hebben ze heerlijk Australische voer. Ik ga voor de verandering aan de Aussieburger en Marloes neemt een goede salade, ze heeft even niet zo’n behoefte aan koolhydraten na vanmorgen.
In het motel douchen we even en gaan we slapen, morgenochtend willen we toch even naar het historische centrum van Grafton en dan door naar alweer de volgende bestemming, Port Maquarie. Helaas blijven we hier maar één nachtje.
Lees ook: Hogerop